Historie – Zeesleper Elbe: 1959 – 1976

Zeesleper Elbe

Vanaf 24 februari 1959 tot op de dag van vandaag heeft de Elbe sleep- en scheepvaart-geschiedenis geschreven. Het begon al met een dagenlang durende mist, die het programma voor de proeftocht en de overdracht in de war dreigde te sturen. Die overdracht kon toch nog plaatsvinden omdat juist op die 24e februari een onverwacht krachtig voorjaarszonnetje de mist verdreef en de carrière van het schip officieel kon beginnen.

Het eerste sleepkarwei onder bevel van kapitein A. Poot was maar een kort reisje. Het passagiersschip Victoria werd in 10 uur tijd van Vlissingen naar Rotterdam gesleept. Nadien volgde al snel het grotere werk. Vanaf het bergingsstation Fayal op de Azoren werd de Duitse tanker Richard Kaselowsky opgepikt, die met een gebroken krukas niet veel verder meer kwam. Ze werd door de Elbe in Hamburg afgeleverd.

Pinksteren 1959 werd benut om samen met de Tasman Zee en de Schelde het beroemde Admiraliteitsdok van Portsmouth naar de Rotterdamse Droogdok Maatschappij te verslepen, een uiterst aansprekend karwei dat dagenlang de dagbladpers beheerste.

In 1959 volgde nog een reis met twee vliegdekschepen tegelijk van Boston naar Antwerpen. En de danig beschadigde African Queen arriveerde na een sleepreis van 10 dagen vanuit Lissabon aan de tros van de Elbe op de rede van Vlissingen.

Voor de eerste survey, na vier jaar in bedrijf te zijn geweest, werd de tijd genomen. Verbeteringen aan de uitlaatgasturbines voor de oplading en het aanbrengen van luchtkoelers, zorgden ervoor dat een veel hogere vuldruk kon worden geleverd. Het motorvermogen nam daardoor toe van 4000 naar 4500 pk.

Tot aan de indienststelling van de Zwarte Zee (IV) was de Elbe gedurende korte tijd de sterkste sleepboot ter wereld. Met de planning van de bouw van de zusters Clyde en Elbe halverwege de jaren vijftig werd door L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst ingespeeld op de toen toenemende vraag naar zwaar sleepmateriaal. Zwaar voor die tijd, want de sterkste sleepboot ter wereld was toentertijd met 4200 pk de Zwarte Zee van 1933, al meer dan twee decennia een toonbeeld van kracht. De geplande zusterschepen zouden de kracht van het vlaggenschip ongeveer moeten evenaren.

In de jaren zeventig bleek dat de Elbe en haar zusterschip Clyde de wedloop in de olie- en gasindustrie niet konden bijhouden. In 1975 introduceerde Smit haar nieuwe vlaggenschip ‘Smit Rotterdam’ dat met een machinevermogen van 22.000 pk ruim vijf maal de sterkte van de Elbe vertegenwoordigde. De Elbe werd verkocht aan het Amerikaanse Maryland Pilots.